De schrijver (pseudoniem) van dit jeugdboek heeft een deel van zijn werkzame leven verwerkt in dit boek. Hij was jarenlang werkzaam op een zeesleepboot. En in dit boek staat het leven op een zeesleepboot centraal.
De hoofdpersoon van dit boek, Dick, vliegt naar Dakar om daar aan te monsteren op een zeesleepboot. Hij heeft net vakantie en door bemiddeling van zijn vader, die kapitein is van een zeesleepboot, kan hij een tijd meevaren. In Dakar blijkt dat hij, ondanks eerdere plannen, toch terecht op de boot van zijn pa, die meer kapitein is dan pa.
De hoofdpersoon stelt zich onsympathiek op. Hij verwacht een andere behandeling dan de andere bemanningsleden omdat zijn pa de kapitein is, maar hij staat onder aan de ladder op de boot. Die onsympathieke trek raakt hij, wat mij betreft, niet meer kwijt in de rest van het boek.
Tijdens een kort verblijf in Lagos wegens doktersbezoek ontmoet hij een andere zeesleepbootkapitein, die hem uitdaagt om bij hem aan boord te gaan voor een duikklus. Dick kan dan afscheid nemen van de bemanning, waar hij niet mee kan opschieten en hij krijgt de kans om te duiken. En zo verlaat hij later de boot van zijn vader en gaat stiekem aan boord van de andere sleepboot.
Djoedjoe-eiland is de bijnaam van een verlaten boorplatform voor de kust van Nigeria. Op het platform staat een juju-beeld, een beeld uit een traditionele religie die een macht zou voorstellen. De bedoeling van het beeld is om mensen weg te houden van het platform. Bij dit platform gaat Dick duiken met de kapitein. En dan gebeurt het ….
Zoals al gezegd: Dick komt onsympathiek over. En toch wordt door de schrijver geprobeerd hem een beetje een held te maken.
De schrijver heeft veel kennis van een zeesleepboot en de bijbehorende werkzaamheden, daarom staan er veel technische termen in een bijbehorend woordenlijstje.
Dick heeft een christelijke achtergrond, dat is niet zo te merken in zijn gedrag, maar wel in zijn pogingen om in de bijbel te lezen.
Een dominee komt ook nog op het toneel. Dick ontmoet hem wanneer hij na veel omzwervingen in een bedrijfsziekenhuis in Nigeria terecht komt. Daar wordt hij omringt door Nederlanders die in de olie werken. Een dominee is er ook (in dienst van een bedrijf?). De rol van de predikant vind ik wat dubieus, hij is niet van het transparante soort. En het wordt mij ook niet duidelijk of hij het leven van een Nigeriaan van evenveel waarde acht als dat van een Nederlander?
Het woord ‘neger’ komt verscheidene malen voor in het boek en ik vroeg mij af of dat in 1985 nog gebruikelijk was.
Wilmos Oosterhof – Djoedjoe eiland – Barneveld 1985 – 146 pagina’s
Published by